Plagen in de tuin herkennen

Bladluizen zijn kleine, bolle insecten in diverse kleuren (groen, zwart, bruin, rood). Ze zitten vaak in groepjes op de onderkant van bladeren of stengels en kunnen vleugels krijgen om zich snel te verspreiden. Witte vervellingen en plakkerige bladeren, die mieren aantrekken, zijn tekenen van bladluizen.

Over het algemeen eten huisjesslakken dood plantmateriaal, erg nuttig in de tuin dus! De slakken die de meeste schade in de tuin aanbrengen, zijn de naaktslakken. Naaktslakken hebben een voorkeur voor grote, sappige bladeren, zoals die van de hosta, sla, kool of pompoen.

Zie je gele of kale plekken in het gras? Dan heb je misschien wel te maken met engerlingen, keverlarven, die aan de wortels van het gras knagen. De larven zijn te herkennen aan hun melkwitte, wormvormige lijf die zich opkrult als de letter 'C'.

Als je ronde happen aan de zijkant van de bladeren ziet, heb je waarschijnlijk te maken met taxuskevers, ook wel lapsnuitkevers genoemd. Deze kleine, donkere kevers van 7-10 mm schuilen overdag en eten 's nachts van planten zoals rododendron, cyclaam, azalea en aardbei.

Spintmijten zijn kleine, ronde beestjes die lijken op spinnetjes of teken en zijn tot 0,5 mm groot. Ze kunnen verschillende kleuren hebben, zoals bruin, rood en groen. Spintmijten veroorzaken gele plekjes op de bladeren van planten en maken webjes tussen de bladeren.

Emelten zien eruit als grijsbruine, dikke wormen van 1 tot 5 cm groot. Er is geen duidelijke kop te onderscheiden. Schade door emelten wordt veroorzaakt doordat zij van de groene delen van het gras eten. Zo ontstaan er kale plekken in het gras.

Om buxusrupsen te vinden moet je goed tussen de blaadjes van de buxusstruikjes zoeken. De jonge rups is groen van kleur en valt daarom makkelijk weg tussen de groene blaadjes. Door de zwarte kop is het beestje goed herkenbaar. Als de rups wat ouder is zijn de zwarte lengtestrepen op het lichaam beter zichtbaar.

De vijgenskeletteermot legt graag eitjes op vijgenbomen, waarna de groene rupsen van de blaadjes eten en een 'skelet' achterlaten.

Wolluizen herken je aan de donzige witte plekjes bij de nerven van de bladeren. Onder de wasachtige draden zitten kleine wit tot lichtroze beestjes van 4-5 mm groot. De bladeren kunnen plakkerig aanvoelen door honingdauw, een suikerig goedje dat de wolluizen uitscheiden.

Dopluis vrouwtjes hebben een schildje wat vergroeit zit aan hun lichaam. Omdat ze niet bewegen, zie je amper dat je te maken hebt met een insect. Dopluizen produceren honingdauw, wat de bladeren van planten plakkerig maakt.

Witte vlieg is een klein insect van ongeveer 3 mm groot met witte, poederachtige vleugeltjes. Zodra je aan de plant schud, vliegen de beestjes op. De larven van witte vlieg zijn doorzichtig van kleur, en zitten aan de onderzijde van het blad.