Varenrouwmuggen, ook wel rouwvliegjes genoemd, hebben lange antennen, een donkere kleur en vliegen vrij traag. Ze zijn tot 3 mm groot en goed te zien met het blote oog. De larven leven in de potgrond en zijn doorzichtig met een zwarte kop.
Volwassen tripsen hebben een langwerpig lijf met kleine rafelige vleugeltjes en zijn 1 tot 2 mm groot. Ze zijn vaak geel, bruin of zwart van kleur. Trips veroorzaakt zilvergrijze tot bruine vlekken op bladeren. In de grijze vlekken zie je zwarte puntjes, de uitwerpselen van trips.
Spintmijten zijn kleine, ronde beestjes die lijken op spinnetjes of teken en zijn tot 0,5 mm groot. Ze kunnen verschillende kleuren hebben, zoals bruin, rood en groen. Spintmijten veroorzaken gele plekjes op de bladeren van planten en maken webjes tussen de bladeren.
Bladluizen zijn kleine, bolle insecten in diverse kleuren (groen, zwart, bruin, rood). Ze zitten vaak in groepjes op de onderkant van bladeren of stengels en kunnen vleugels krijgen om zich snel te verspreiden. Witte vervellingen en plakkerige bladeren, die mieren aantrekken, zijn tekenen van bladluizen.
Wolluizen herken je aan de donzige witte plekjes bij de nerven van de bladeren. Onder de wasachtige draden zitten kleine wit tot lichtroze beestjes van 4-5 mm groot. De bladeren kunnen plakkerig aanvoelen door honingdauw, een suikerig goedje dat de wolluizen uitscheiden.
Dopluis vrouwtjes hebben een schildje wat vergroeit zit aan hun lichaam. Omdat ze niet bewegen, zie je amper dat je te maken hebt met een insect. Dopluizen produceren honingdauw, wat de bladeren van planten plakkerig maakt.
Schildluizen verstoppen zich ook onder een schildje maar in tegenstelling tot de dopluis kan deze bij de schildluis van het lichaam worden getild. De schildluis produceert geen plakkerige honingdauw, in tegenstelling tot de dopluis.
Witte vlieg is een klein insect van ongeveer 3 mm groot met witte, poederachtige vleugeltjes. Zodra je aan de plant schud, vliegen de beestjes op. De larven van witte vlieg zijn doorzichtig van kleur, en zitten aan de onderzijde van het blad.
Springstaartjes herken je aan hun kleine, witte of grijze lichamen en hun springende beweging. Ze leven in de potgrond en zijn over het algemeen ongevaarlijk voor de plant. Sterker nog, ze zijn vaak nuttig omdat ze helpen bij het afbreken van organisch materiaal en het verbeteren van de bodemstructuur.
Zit jouw plaag er niet tussen?
Weet je niet zeker van welke plaag je last hebt? Upload een duidelijke en scherpe foto van de plaag, dan kijken wij of we de plaag en oplossing voor je kunnen vinden!