Plagen voorkomen

Voorkomen is beter dan genezen! Plaagbeestjes in de plant wijzen vaak op een ongelukkige plant. Hieronder vind je tips om je planten gezond te houden en plagen zoals rouwvliegjes, trips, spint en nog veel meer te voorkomen.

 

De juiste hoeveelheid water

  1. Zorg ervoor dat overtollig water gemakkelijk kan weglopen in de potten van je planten. Dit voorkomt dat de bodem te vochtig wordt, wat wortelrot bevordert en rouwvliegjes aantrekt. Gebruik potten met drainagegaten en vermijd te veel water geven.
  1. Leg zand, grind of hydrokorrels boven op de grond om te voorkomen dat bijvoorbeeld rouwvliegjes eitjes leggen.
  1. Laat de bovenste laag van de grond tussen gietbeurten opdrogen. Dit creëert een minder uitnodigend oppervlak voor de rouwvliegjes. 

Helemaal ondersteboven

Plaaginsecten verstoppen zich vaak aan de onderzijde van bladeren. Hier zuigen ze aan de nerven van het blad. Het is daarom zeer aan te raden om af en toe een blaadje op te tillen en eronder te kijken. Zo zal je zeker een plaag eerder herkennen. En zodra je een beestje ontdekt, kan je gelijk actie ondernemen. Een beginnende plaag is veel makkelijker te bestrijden dan een vergevorderde infectie.

Spintmijten aan de onderkant van het blad

Geef je plant een badje

Veel tropische kamerplanten vinden het fijn om af en toe afgespoeld te worden. Zo verwijder je het stoflaagje op de bladeren, waardoor de bladeren beter kunnen ademen. Een bijkomend voordeel van een douche is dat je plaaginsecten ook kunt wegspoelen. Zet de plant buiten of onder de douche en spoel de plant af. Zorg ervoor dat de wortels niet teveel water krijgen, bijvoorbeeld door de pot af te dekken met een vuilniszak.

Je kunt de bladeren ook schoonmaken met onze speciaal ontwikkelde Plant Soap spray. Ook een manier om de bladeren schoon en stofvrij te maken. Hierna kan je eventueel preventieve bestrijders uitzetten.

Tip: zoek van tevoren even op of je plant tegen een waterbad kan. Planten met haren of wasachtige bladeren kunnen hier niet goed tegen. Bijvoorbeeld het pannekoekenplantje of Sansevieria. Planten die goed tegen een douche kunnen zijn varens, graslelies, Dracaena en Aspidistra.  

Planten willen ook graag smullen

Om te groeien hebben mensen eten en drinken nodig. Dit geldt voor planten net zo! Zodra je een plant gekocht of geplant hebt, gaan de wortels van de plant de voedingsstoffen uit de grond opnemen. Na een paar maanden zijn de voedingsstoffen op, en is het aan te raden om wat nieuwe voeding te geven.

Planten groeien als er meer licht is, in de lente en zomer. Dit wordt het groeiseizoen genoemd. Het groeiseizoen is het ideale moment om planten te verwennen met wat voeding. Geef bijvoorbeeld Vita organische meststof voor kamerplanten.  Buiten het groeiseizoen hebben de planten geen extra voeding nodig.

De soort voeding en frequentie van voeding geven hangt af van de soort plant. Ook hier geldt: zoek altijd even op of de plant tegen voeding kan. Geef de plant ook niet teveel voeding: dit is schadelijk voor de wortels. Volg daarom de richtlijnen op de verpakking.