De herfst betekent minder zonlicht voor je kamerplanten, en dat is al lastig genoeg. Juist in dit seizoen duiken rouwvliegjes op! Bij een gezonde, volwassen kamerplant vormt dit niet direct een probleem, maar de vliegjes vermenigvuldigen zich razendsnel. Vanaf dat moment wordt het vervelend, zowel voor jou als voor de plant. Vandaag vertellen wij hoe je rouwvliegjes kunt voorkomen en, indien nodig, bestrijden. Lees je mee?
Wat zijn rouwvliegjes?
Een rouwvliegje lijkt op een klein vliegje, maar eigenlijk is het een muggensoort. Gelukkig een die niet steekt, want daar hebben we (helaas) al genoeg varianten van. Opmerkelijk is dat dit rouwvliegje niet houdt van vliegen.. althans hij is er erg slecht in! Vandaar zie je ze vaak een beetje rondhangen rondom je kamerplantjes. Wanneer rouwvliegjes wel vliegen, is meestal als jij een litertje water aan je planten geeft. Er ontstaat dan een zwart wolkje aan vliegjes, die bang zijn voor een nat pak. Geef ze eens ongelijk!
Hoe snel kan de plaag zich uitbreiden?
Behalve rondhangen zijn rouwvliegjes vooral druk met elkaar. Hun leven duurt namelijk maar kort. Een vrouwtje legt na bevruchting tot wel 200 eitjes per keer. Ja, je leest het goed – per keer! Zo kan zij in haar korte, maar productieve leven meerdere keren eitjes leggen. De volgende generatie rouwvliegjes is veilig gesteld.
De larven: een gevaar voor je planten
Helaas zijn babyrouwvliegjes allesbehalve schattig. Deze kleine wormpjes voeden zich met dood organisch materiaal, zoals schimmels, maar ook de worteltjes van je plant. Grote, volwassen kamerplanten hebben er over het algemeen geen last van. Voor stekjes of zwakke planten kan het funest zijn. Bovendien groeien de larven uit tot volwassen vliegjes, en die zijn allesbehalve gewenst als huisgenoot!
Hoe kan ik rouwvliegjes voorkomen?
Rouwvliegjes helemaal voorkomen is bijna onmogelijk, maar je kunt de kans flink verkleinen door op een paar momenten extra alert te zijn:
1. Te veel water geven
In de herfst en winter blijven wij liefdevolle plantenouders onze plantjes voorzien van water, terwijl eigenlijk de plant in deze periodes nog weinig water opneemt. Het plantje bespaard juist haar energie. Te veel water zorgt ervoor dat er een lekkere humus ontstaat in de potgrond. In combinatie met een warme woonkamer door de verwarming versnelt dit de voortplanting van rouwvliegjes aanzienlijk.
2. Verse potgrond
Wist je dat (turfvrije) potgrond vaak al besmet is met eitjes van rouwvliegjes? Ze worden aangetrokken door de vochtige potgrond, de warmte en de vele voedingsbronnen die verse potgrond bevat. Let op: het volledig weggooien van besmette potgrond – of nog erger, al je planten – is geen oplossing op de lange termijn voor het voorkomen of bestrijden van rouwvliegjes. Lees ook de blog: Let op bij het verversen van potgrond: Tips om rouwvliegjes te voorkomen
3. “Liften”
Slechte vliegers vinden andere manieren om grote afstanden af te leggen. Rouwvliegjes kunnen bijvoorbeeld blijven zitten op je kleding of stiekem met je mee naar binnengaan, waardoor ze uiteindelijk bij je kamerplantjes terechtkomen.
Rouwvliegjes bestrijden
Op het internet circuleren allerlei oplossingen, zoals het gebruik van kaneel of koffie. Maar werken deze methodes wel? We schreven er een blog over! Lees: Rouwvliegjes bestrijden met kaneel of koffie, werkt dat eigenlijk wel?
De enige bewezen én natuurlijke methode voor het bestrijden van rouwvliegjes, is het inzetten van aaltjes. Bij het toepassen van aaltjes worden de larven binnengedrongen via natuurlijke openingen en hier scheiden een bacterie uit. Het zal je niet verrassen dat de larven dit niet overleven.
Aaltjes nodig? Wij versturen de Felti aaltjes in poedervorm, vers uit de eigen kweek. Thuis vermeng je ze eenvoudig met lauwwarm water en giet je het mengsel uit bij je planten.
Tip: bestel aaltjes tegen rouwvliegjes altijd samen met vangkaartjes, zodat ook de volwassen rouwvliegjes effectief bestreden worden!
Het beste algemene advies blijft om je planten zo gezond mogelijk te houden. Zet ze op de plek die zij wensen en voldoe gedurende het seizoen aan hun behoeften voor water en voeding. Sterke planten zijn beter bestand tegen plagen, maar hulp is gelukkig nooit ver weg!
